Voor het eerst naar school


Veel ouders kijken met gemengde gevoelens uit naar die eerste schooldag.
Het boekentasje staat klaar,
De kleertjes liggen klaar,
De 1ste schooldag breekt aan
en dat doet je kleine oogappel niks anders dan huilen!

Verdriet bij het afscheid is normaal de eerste dagen.  
De peuters komen immers terecht in een totaal onbekende
 
wereld: een vreemde omgeving, vreemde kinderen, een vreemde
volwassene die men “juf” noemt, …  

Bovendien moet een kind nog leren dat mama en papa hem/haar niet in de steek laten,maar écht terugkomen.  Kinderen kunnen dan ook koppig en 
boos reageren de eerste schooldagen.  Je kind heeft tijd
 
nodig om dit alles te verwerken en om zich aan te passen.

Er zijn 3 groepen:

•    Peuters die zonder problemen naar school komen.
(eventueel door oudere broertjes of zusjes, …)

•    Peuters die de eerste dagen wenen en
 
nadien wennen aan de situatie.

•    Peuters die de eerste dagen niet wenen, maar nadien wél.

Een kind mag huilen, dat is heel normaal!  Wordt hiervoor dus 
zeker niet boos en vermijd om zelf te huilen, want dit maakt
 
het afscheid nog moeilijker.  

Zeker ook niet plots vertrekken, je 
kind van je afduwen of stiekem achterlaten terwijl het afgeleid
 
is. Je peuter moet immers leren afscheid nemen.  Het beste is
 
om hierbij een ritueeltje op te bouwen: samen koek & sap in de mand leggen, het boekentasje wegzetten, een kusje aan de klas en dan rustig doorgaan.
In bijna alle gevallen stopt het wenen kort nadat mama en/of papa weg zijn. 

In het belang van uw kind:
treuzelen maakt de situatie alleen maar erger: duidelijkheid boven alles. 

Daarom is het ook van belang om je kind zoveel mogelijk structuur te bieden: niet de ene dag je peuter thuis, de volgende naar school, en dan weer thuis.  
Zo krijgt je kind nooit de kans om te wennen, vriendjes te maken en de juf te leren kennen.

Daarom ook enkele gouden tips van de juf:

1.    Laat de eerste schooldag niet samenvallen met een belangrijke gebeurtenis thuis.

2.    Zorg dat je kind zich voor z’n basisbehoeften (toilet, honger/dorst, pijn...) verstaanbaar kan maken.

3.    Vertel je kind op voorhand duidelijk dat je niet zult blijven.

4.    Geef een knuffel mee.

5.    Hou het afscheid kort: een knuffel, een zoen en weg.

6.    Toon je eigen verdriet niet.

7.    Begin eventueel met halve dagen.

8.    Hou een vast patroon aan: wel of niet naarschool, maar soms wel, soms niet is voor een kind heel verwarrend.

9.    Maak ’s avonds tijd om te luisteren, te knuffelen en tot rust te komen.

Vele groetjes,


Juf Katrien



Geen opmerkingen:

Een reactie posten